Grote Geschiedenis van de Nederlandse taal.

De titel van dit werk zegt alles: grote geschiedenis. Het gaat om twee lijvige werken die de evolutie van het Nederlands in kaart brengen. En dat natuurlijk van het prille begin tot heden. Dat prille begin is het Proto-Indo-Europees. Het lijkt me wel dat de nadruk ligt op het Nederlands in Nederland, maar Vlaanderen komt ook ruim aan bod. Hoewel de boekdelen vlot lezen, wordt hier en daar gespecialiseerd jargon niet geweerd. Kan ook niet anders in een werk van deze allure: de auteur gaat nauwkeurig in op elke kleine ontwikkeling in onze taal en daarvoor is vakjargon nodig. Geregeld onderbreekt de auteur zijn betoog voor grote brokken voorbeeldliteratuur. Dat is natuurlijk een meerwaarde, want voor de auteur spelen niet alleen de grote literaire werken een belangrijke rol, maar ook de weinig gekende genres als de brief of het schertsschrift. Wie denkt vertrouwd te zijn met onze taal, zal na lectuur van deze twee omvangrijke volumes enigszins anders piepen. En dan het einde … Onze taal evolueert nu heel sterk onder invloed van de sociale media. De auteur beschrijft neutraal (en soms ook weer heel technisch) wat er momenteel gebeurt in onze taal. Overigens: bij elke verschuiving gaat hij in op de maatschappelijke context om die verschuivingen proberen te verklaren. Dat maakt van deze twee delen een onmisbaar naslagwerk waar in in de toekomst nog veel naar verwezen zal worden. Dat staat als een paal boven water. (JG)

J. STEEGEMAN, Grote Geschiedenis van de Nederlandse taal., Amsterdam (AUP), 2022
79 EUR