De katharen. Tussen werkelijkheid en fictie.

Ik heb een dubbel gevoel bij dit boek. De auteur verwijst dikwijls naar primaire bronnen i.p.v. secundaire literatuur en dat is heel positief. Maar hij gebruikt ook veel uitroeptekens en dat wordt verdacht ... Hij heeft alweer gelijk als hij zegt dat ketterij dikwijls gaat om authentieke pogingen om terug naar het evangelie te gaan. Maar hij overdrijft als hij begint te sympathiseren met de katharen, die uiteindelijk toch ook elitair zijn en uitsluitend. De auteur gaat lelijk in de mist wanneer hij het katharisme vergelijkt met mystiek: de auteur meent dat het katharisme God kan kennen zoals de mystici dat deden, maar de katholieke mystiekers hebben nooit beweerd meer of betere kennis over God te hebben dan niet-mystici. Het ging louter over de wijze van kennen en niet de inhoud. Jammer dat AUP zijn kwaliteitslabel verleent aan een boekje als dit! (ES)

J. VAN SCHAIK, De katharen. Tussen werkelijkheid en fictie., Amsterdam (AUP), 2017