Het onwaarschijnlijkheidsprincipe. Waarom toeval, wonderen en zeldzame gebeurtenissen iedere dag voorkomen.

“De som van toevalligheden is gelijk aan zekerheid,” zei Aristoteles. Wat allemaal toeval lijkt, zou best wel eens statistisch te verklaren zijn. Want het is niet zo dat wanneer iets zelden gebeurt, het meteen een wonder is, volgens deze statisticus. Het verklaart ook perfect de zogenaamde wet van Murphy. Misschien is het minder dan we geneigd zijn om te denken een toeval dat één ongeluk nooit alleen komt. Dat geëxtrapoleerd, verklaart volgens David Hand waarom dingen zoals wonderen of zeldzame gebeurtenissen misschien wel dagelijks voorkomen. Wanneer een vijftal wetten samenvallen (Hand beschrijft ze uitvoerig na elkaar) gebeuren dingen die we als wonderlijk aanzien. Het onwaarschijnlijke wordt daardoor heel wat waarschijnlijker en daardoor past het beter in ons begrip van de werking van het universum. (SK)

D. HAND, Het onwaarschijnlijkheidsprincipe. Waarom toeval, wonderen en zeldzame gebeurtenissen iedere dag voorkomen., Amsterdam (Ambo/Anthos), 2014
21,99 EUR